Smokkelroute 37 km
Fietsen langs de Duits-Nederlandse grens over voormalige smokkelpaden.
bezienswaardigheden langs deze route
Singraven
In het Huis is een prachtige verzameling te zien van meubels uit de
17e en 18e eeuw, schilderijen, wandtapijten, porselein, zilver en vele
in leer gebonden boeken. Iets verderop liggen de watermolens van
Singraven. De molens werden voor het eerst in 1448 opgetrokken
in vakwerk. De houtzaagmolen is in de zomermaanden opengesteld
voor bezoekers.
Klooster Zusters Franciscanessen
In 1875 kwam Zr. Anselma met de eerste drie zusters van Thuine
(Duitsland) naar Denekamp. Zij vestigden zich hier in de havezate
“Noord-Deurninghe”. In 1896 is een kleine kapel gebouwd. Deze is
in 1934 vergroot en later nog enkele keren aangepast. Nu wonen er
nog zo’n 120 zusters in het klooster. Van 1997 tot zijn overlijden in
2006 (hij werd bijna 97 jaar) heeft kardinaal Willebrands in dit klooster
gewoond.
Sluis Frensdorfer Haar en Douanehuis
De Sluis Frensdorfer Haar ook wel Grenzschleuse genoemd, is 62
mtr. lang en heeft een doorvaartbreedte van zesenhalve mtr. De sluis
werd in 1905 in gebruik genomen. Sinds 1960 heeft de sluis geen
functie meer. Iets verderop ligt het voormalige douanekantoor en het
douanehuisje (zie foto voorzijde) waar goederen werden ingeklaard
die de Duits-Nederlandse grens passeerden via het Almelo-Nordhornkanaal.
Commiezenhut
Langs de grens met Twente is altijd gesmokkeld. Goederen waar vooral
in gehandeld werd waren boter, sigaretten en drank. Om de smokkelaars
op te sporen werden Commiezen (douane-ambtenaren) langs de grens
gestationeerd. Zij verbleven in deze commiezenhutten, van waaruit ze via
kijkgaten onopgemerkt de grens controleerden. De hutten waren goed
gecamoufleerd en zaten deels onder de grond en deels boven de grond.
Jan Wesselinkhoes
Het Jan Wesselinkhoes is een prachtige oude boerderij, een zogenaamd
‘Los Hoes’. Los hoes betekent open huis: de bewoners en het vee leefden
samen onder een dak. Het type is rond 1100 ontstaan en kwam nog
tot rond 1900 voor in de Achterhoek en Twente, elders was het al eerder
verdwenen. De boerderij is in handen van Staatsbosbeheer en wordt tegenwoordig
vaak gebruikt voor familiefeesten, trouwlocatie of vergadering.
Klöpkeshoes
Tijdens de wisseling van de 19e naar de 20e eeuw was een Klöpkeshoes
vaak te vinden op Twentse boerenerven. Het waren woningen van ongehuwde
vrouwen, die veel tijd doorbrachten met bidden. In roerige tijden
van het christendom riepen zij vanuit hun ‘vrome onderkomens’ de rooms
-katholieken op tot het bijwonen van geheime kerkdiensten, die waren in
die tijd namelijk verboden. Zij deden dat door op de deuren van de woningen
te kloppen, vandaar de naam ‘klöpke’ en ‘klöpkeshoes’ voor hun
eigen onderkomens