Zien & Doen
BLOG: Beleef de Smokkelroute van het Twents Blokje Om
Gert
De Smokkelroute; een wandelroute van 65 kilometer, onderdeel van Twents Blokje om. De route is gelopen door onze gastblogger Gert Olde Hanter uit Overdinkel. Lees zijn hele beleving hieronder.
Smokkelroute – Twents blokje om
Smokkelen
Praat je met oudere grensbewoners dan gaan hun ogen soms nog glinsteren als het over smokkelen gaat. Niet zoals dat tegenwoordig gebeurt door professionele smokkelorganisaties, maar alleen of met een paar vrienden, bij nacht en ontij met een zak boter, sigaretten en flessen jenever (foezel in het Twents) stiekem de grens over. Oppassen voor de Nederlandse en Duitse commiezen. In de jaren 20 tot 50 van de vorige eeuw lieten heel wat plaatselijke smokkelaars het leven tijdens hun illegale activiteiten.
De Smokkelroute
De Smokkelroute is ongeveer 65 kilometer lang en voert door het mooie Twentse coulissenlandschap met enkele kleine uitstapjes over de grens. En deze grens is nooit ver weg. De route volgt voor een groot gedeelte de grens van Denekamp naar Smokkeldorp Overdinkel. Ik heb de route in drie etappes gelopen; twee etappes van 25 kilometer en de laatste van bijna 18 kilometer. Door wat kleine uitstapjes in de directe nabijheid van de route kwam mijn totale wandeling op 68 kilometer. Wil je onderweg de tijd nemen om bijvoorbeeld een aantal musea te bezoeken dan kun je de route beter in vier etappes lopen.
Denekamp – Grensovergang de Poppe 25 kilometer
Ik start de wandeling ’s ochtends bij Natura Docet Wonderryck Twente in Denekamp, het mooie natuurmuseum, ooit opgezet door meester Beernink. Het museum heb ik al meerdere keren bezocht. In het museum veel aandacht voor de natuur en geologie van Twente maar ook regelmatig wisseltentoonstellingen over alles wat met die natuur te maken heeft Achter het museum ligt een leuke tuin om een korte wandeling te maken. Een bezoek aan het museum, voor de start van de wandeling is natuurlijk aan te raden. Je hebt hier ook de mogelijkheid om een kop koffie te drinken of iets kleins te eten.
De wandeling voert langs de rand van Denekamp naar het eeuwenoude Landgoed Singraven met haar prachtige kasteel. Voor het kasteel moet je de kasteellaan aflopen, maar ik loop eerst even naar de prachtige watermolen die iets verderop ligt. De watermolen in de Dinkel is nog regelmatig in bedrijf. Bij de watermolen volop gelegenheid om wat te eten en te drinken. Na het maken van een aantal foto’s loop ik terug naar de kasteelpoort en dan via de kasteellaan, langs het portiershuisje, door de oude bossen die bij het landgoed horen richting het kanaal Almelo – Nordhorn.
Langs rustige wegen met vooral wandelaars en fietsers en slechts een enkele auto loop ik langs het kanaal richting het klooster van de Zusters Franciscanessen. In het in 1875 gestichte klooster wonen tegenwoordig nog ongeveer 55 zusters die op allerlei maatschappelijke en religieuze vlakken bezig zijn. De tuinen rond het klooster zijn te bezichtigen en op mij maakte met name het keurig onderhouden kloosterkerkhof indruk.
Na de rust van het klooster wandel ik langs oude wegen en oude boerderijen weer richting het kanaal Almelo-Nordhorn. Ik moet de route vervolgen langs het omleidingskanaal maar loop eerst even naar Erve Kuiper. Dit is de geboortegrond van wielrenner Hennie Kuiper. In het op het erf gelegen wielermuseum 'Hennie Kuiper' wordt de carrière van 1 van Nederlands beste wielrenners belicht. Fietsen, prijzen, truien en foto’s geven een indruk van zijn wielerloopbaan. Maar hier wordt ook heerlijk ijs bereid en verkocht bij de IJskuip. Het ijs is al eens bekroond tot lekkerste ijs van Europa. En zonder een lekker ijsje wordt de wandeling uiteraard niet vervolgd.
Langs het omleidingskanaal struin ik over de met gras begroeide oever richting Stroothuizen. Het omleidingskanaal wordt gevoed door water uit de Dinkel en start bij Beuningen en komt bij Lattrop weer in de Dinkel uit. Het zorgt voor een beter waterbeheer met minder overstromingen in het Dinkelgebied. Stroothuizen is een heidegebied langs de grens tussen Beuningen en het Lutterzand. Het is een uitgestrekt gebied met vrijwel geen bebouwing met uitzondering van een enkele boerderij.
Sinds enkele jaren bevindt zich in dit gebied weer een grote schaapskudde met een schaapskooi. Ik bezoek de schaapskooi en raak in gesprek met een medewerkster. De schapen zijn niet in de kooi maar zijn met de herder op pad. Ik vertel over de Smokkelwandeling en ze neemt me mee de heide op naar de schaapsherder met haar kudde schapen. Na een leuk gesprek met de herder over haar werk en de eenzaamheid die dat werk met zich mee brengt gaat de route verder langs de uitgestrekte heide richting de grens. Bij de schaapskooi gelegenheid voor het kopen van wat te drinken en te eten en ook een plek voor een sanitaire stop. De omgeving waar ik nu loop lijkt uitgestorven en meerdere kilometers wandelen kom ik niemand tegen. Pas op het pad langs de grens zie ik weer andere wandelaars en fietsers. Op de Vrijdijk, de weg langs de grens, staat een oude commiezenhut. Vanuit hier probeerden de Nederlandse commiezen Duitse en Nederlandse smokkelaars te betrappen die dit uitgestrekte en vroeger erg woeste gebied gebruikten om hun smokkelwaar de grens over te brengen.
Langs de grens gaat het verder richting het Lutterzand. De route loopt langs het Lutterzand, de grens volgend, maar een bezoekje aan het Lutterzand, een uitgestrekt gebied met heide, stuifzandgebieden en de prachtige rivier de Dinkel is zeker aan te bevelen. Voor mij eindigt etappe 1 bij grensovergang de Poppe tussen de Lutte en het Duitse Gildehaus.
Grensovergang de Poppe – Overdinkel 25 kilometer
De tweede etappe start ik bij grensovergang de Poppe en zal eindigen vlak bij mijn woning in Overdinkel. Vanaf de Poppe loop ik eerst door het gebied genaamd Wewwelstad. Bij de start van de wandeling word ik begroet door twee ooievaars in een weiland naast de spoorlijn. Was een Ooievaar 15 jaar geleden nog iets bijzonders in Twente, tegenwoordig kom ik tijdens wandelingen soms groepen van 10 of meer Ooievaars tegen.
Wil je de wandeling graag beginnen met een kopje koffie of thee dan kun je terecht bij het rustpunt aan het Wewwelstadpad. Dit soort rustpunten kom ik tijdens wandelingen overal in Twente tegen. Bijna aan het eind van deze etappe, aan de Dubbeleweg in Overdinkel, kun je ook, tegen vrije gift, een kop koffie drinken.
Vanaf Wewwelstad gaat het weer richting de grensovergang en ik steek deze over om in Duitsland, via stille wegen, langs een enkele boerderij richting het Bardeler Wald te lopen. Door dit bosgebied loopt een mooi wandel- en fietspad met aan het eind een schuilhut waar ik een korte pauze houdt. Uit het bos komt een auto en ik heb een kort gesprek met de chauffeur. Hij is de jachtopziener voor dit bos. Ik vraag hem naar de naam van dit bos en hij kijkt me verbaasd aan. Ik ben de eerste die hem hier ooit naar gevraagd heeft. Noem het maar Bardelerwald is het antwoord. We praten wat over het wild in het bos. Er leven de nodige reeën en everzwijnen. Een groot gedeelte van het jaar is het bos daarom gedeeltelijk afgesloten voor bezoekers. Het pad waarlangs de Smokkelroute loopt is wel altijd toegankelijk.
Vanaf het bos loop ik richting de zandafgraving achter Cafe-Restaurant Reitergut Aarnink. Een grote zandafgraving waarvan het zand gebruikt wordt voor de nodige wegenbouwprojecten in de regio. Langs de afgraving is een wandel- en fietspad aangelegd en op sommige plekjes kun je op kleine strandjes langs de afgraving komen. Een leuke plek voor een korte picknick. Aan het eind van het pad, vlak voor Reitergut Aarnink is op de nok van een woning een groot ooievaarsnest gemaakt. In het nest zie ik de kopjes van twee jonge ooievaars over de rand kijken. Aan de wegrand een bord met daarop, van de laatste jaren, de aankomst- en vertrekdatum van de ooievaar en het aantal jongen dat geboren is. Bij Aarnink steek ik de grens naar Nederland weer over en loop door het buitengebied van Losser richting Erve Kraesgenberg. Langs het prachtige openluchttheater Brilmansdennen kom je op het terrein van het erf, een klein openluchtmuseum met een middeleeuwse boerderij (los huus), een smidse, bakspieker en andere gebouwen. Alle gebouwen zijn elders afgebroken en hier met de nodige zorgvuldigheid weer opgebouwd. Het erf laat goed zien hoe de middeleeuwse bebouwing er uit zag. Vanaf hier gaat het richting Losser. Langs de bleek en het oude bleekwachtershuisje loop ik naar het centrum dat zijn oude stratenpatroon deels behouden heeft. Hier zijn nog de nodige middeleeuwse gebouwen bewaard gebleven en deze hebben tegenwoordig vrijwel allen een moderne bestemming zoals winkelpand of horeca. Midden in het dorp staat de eeuwenoude Martinustoren (in Losser meestal de Aole Toorn genoemd), het enige overgebleven deel van de hier ooit gelegen Martinuskerk. Als je goed kijkt zie je in het plein de contouren van de oude kerk in de bestrating terug komen. In Losser is alle gelegenheid voor een fijne lunch in de diverse restaurants. Losser, hoofdplaats van de gemeente, kende vroeger ook de nodige smokkelaars. Regelmatig werden ze opgepakt en moesten daarna voor de rechter verschijnen. Op de vraag van de rechter of ze smokkelden kwam meestal het antwoord: ik kom uut Losser en wet van niks. Een gezegde dat tegenwoordig nog vaak schertsend gebruikt wordt.
Na de lunch voert de route me Losser weer uit richting het natuurgebied de Zandbergen. Een stuifzandgebied met veel kleine wandelpaadjes en een uitkijktoren. Vanaf deze stalen toren heb je een prachtig uitzicht over het Nederlands-Duitse grensgebied richting Overdinkel en Gronau maar ook richting het nabijgelegen Kloster Bardel. Ook hier een grote zandafgraving volledig ingericht als natuurgebied. Aan de oever een bordes vanaf waar je een mooi zicht over het water hebt. Aan de andere oever vind je een vogelkijkhut. De zandafgraving, Oelemars genoemd, staat bekend om zijn vele vaak ook bijzondere watervogels. In de vogelkijkhut tref je vaak wel echte kenners die het nodige over alle vogels kunnen vertellen. Bij de Oelemars steek ik de grens weer over richting Kloster Bardel. Het klooster behoort tot de Franziskaner orde en werd in de jaren 20 van de vorige eeuw gebouwd. Het missiegebied van dit klooster ligt nog steeds in Brazilië. Ook nu nog gaan paters van het klooster hier naar toe voor onderwijs en overige religieuze activiteiten. Bij het klooster zelf hoort een groot gymnasium. De kerk van het klooster is geopend voor bezoek en bij het klooster hoort ook een klein museum, gewijd aan de missie in Brazilië.
Na het klooster gaat het direct weer de grens over naar Nederland en langs de grens (Grensweg) voert de route naar het buitengebied van Overdinkel. Via zandwegen en rustige verharde wegen kom ik bij het punt dat in de volksmond Drieland heet. Hier kwamen vroeger de grenzen van het bisdom Munster, het Bisdom Utrecht en de graafschap Bentheim samen. Nu komen op dit punt de grenzen van de provincie Overijssel en de Duitse bundesländer NordRhein Westfalen en Niedersachsen bij elkaar. Op dit drielandenpunt staat een zandstenen grenssteen uit 1659 met de wapens van Overijssel, de graven van Bentheim en het wapen van Bisschop Bernard van Galen alias Bommen Berend. Langs de grens lopend kom ik via de Dubbeleweg (de grens loopt vrijwel langs de rand van deze weg) in Overdinkel uit. Hier eindigt voor mij etappe 2.
Overdinkel – Judithhoeve
Etappe drie, ongeveer 18 kilometer lang, start op 100 meter van mijn woning in Overdinkel en loopt de eerste kilometers door en rond mijn eigen woonplaats. De route voert me naar het Gerardus Majellapark, in Overdinkel meestal Pastoors bos genoemd. Het park hoort bij de RK Kerk en in dit park wordt in oktober jaarlijks de Gerhardus Majella Processie gehouden. Een bedevaart die vroeger vele duizenden mensen naar Overdinkel trok om daar hun geloof te belijden. Tegenwoordig met de processie het met enkele honderden bedevaartgangers doen. Het park wordt keurig onderhouden door de heideploeg, een grote groep vrijwilligers die alle onderhoud in het park uitvoeren. In het midden een open grasveld met een grote kapel waar tijdens de processie de mis wordt gediend. Neem zeker even de moeite om door het labyrinth te lopen. Wees niet bang, je komt altijd weer bij de uitgang terecht.
Van Overdinkel gaat de route richting het Duitse Gronau. Via een nieuw aangelegd grensoverschrijdend pad wandel ik richting de Dinkel. Langs de Dinkel is, in het kader van de Landesgartenschau (LAGA), een wandel- en fietspad aangelegd dat loopt van de binnenstad van Gronau naar Losser. De LAGA werd in 2003, voor het eerst, grensoverschrijdend georganiseerd maar eindige voor de gemeente Losser helaas in een financieel debacle. Wel heeft de gemeente er o.a. dit mooie Lagapad aan over gehouden. Een uitstapje naar het centrum van Gronau, naar het LAGA-park met een bezoek aan het Rock en Popmuseum is een aanrader.
Na het Lagapad loop ik, langs een nest met koeien, door het buitengebied van Losser, richting het Haagse Bos. Ook hier weer vooral rustige wegen en zandpaden waar je zo nu en dan een andere wandelaar of fietser tegenkomt. Onderweg wel voldoende mogelijkheden om even bij een wandelbankje te rusten maar geen horeca dus eten en drinken moet je zelf meenemen. Bij het Haagse bos wordt het wat drukker. Veel inwoners van Losser maken hier hun wandelingen. De route eindigt bij de Judithhoeve in het Haagse bos. Ben je nog niet uitgewandeld dan kun je vanaf hier een gedeelte van het Hilligenpad volgen.
Heb jij nu ook zo'n zin gekregen om te gaan wandelen?
De smokkelroute is onderdeel van het Twents Blokje om en deze route staat op de speciale wandelkaart Twents Blokje Om. Klik hier om de kaart te bestellen en voor meer info over het Twents Blokje om kijk hier.
Ook is smokkelroute gratis te downloaden op onze website, klik hier voor de wandelroutes.